Parklaan tot op de bodem: “Van kapotte pannen tot batterijen: vroeger werd het gewoon in de grond gestopt”

Hoewel de aanleg van de Parklaan nog even op zich laat wachten, zijn we buiten druk in de weer om alles zo goed mogelijk voor te bereiden. We controleren de bodem op vervuiling en niet-gesprongen explosieven. Ook bekijken we of er nog archeologische resten in de grond aanwezig zijn. De komende tijd vertellen de mensen aan het werk u graag meer over deze werkzaamheden en de bijzondere vondsten waar ze op stuiten. Vandaag aan het woord: Robert  en Jacco van Ingenieursbureau Land, het bureau dat voor ons de bodemvervuiling in beeld brengt en vervolgens opruimt.

Robert en Jacco, kunnen jullie wat vertellen over jullie werk?

“Een paar jaar geleden hebben we in het hele gebied van de Parklaan de bodem onderzocht op vervuiling. Daarbij moet je denken aan materialen die niet thuishoren in de bodem zoals asbest, teerresten en puin. Maar ook aan verontreiniging door bijvoorbeeld olie en zware metalen. Tijdens het bodemonderzoek vonden we locaties met vervuiling en verontreiniging. Plekken waar vroeger bijvoorbeeld een benzinestation stond. Deze ‘spots’ zijn we nu aan het opruimen.

We trekken tegelijkertijd op met Bodac, het bedrijf dat het Parklaan-gebied afzoekt op niet-gesprongen explosieven. Zij weten waar deze spots zich bevinden, maar treffen soms ook onverwachts verontreiniging aan. Dat zijn vaak hele kleine spots, die zo klein zijn dat ze lastiger naar voren komen tijdens ons grootschalige bodemonderzoek. Zij nemen dan contact op met ons, zodat wij die plek alsnog kunnen onderzoeken en zo nodig schoonmaken.”

Wat voor verontreiniging troffen jullie aan op de plek van de nieuwe Parklaan?

“Onze grootste vondst was een enorm stortgat, helemaal gevuld met autobanden. Verder vonden we vooral hele kleine spots met verontreiniging, vooral stortgaatjes. Dat zijn plekken waar mensen vroeger een gat in de grond maakte om rotzooi in te kieperen. Vroeger had je nog geen afvalbrengstation. Dan stortte je naast je huis zelf puin in de grond. In de bodem vinden we vooral kapotte voorwerpen zoals doorgebrande pannen en serviesscherven. Maar ook batterijen en porseleinen pijpjes. Vandaag de dag kun je het allemaal inleveren en netjes scheiden, maar vroeger werd het gewoon in de grond gestopt of in de fik gestoken.

En ook leuk om te vertellen: we troffen ook ergens een oude veldfles aan en afgeschoten munitie (lege hulzen) uit de Tweede Wereldoorlog. Op ons kantoor hebben we inmiddels diverse vitrinekasten kunnen vullen met alle bodemvondsten die we in ons werk tegenkomen.”

Het klinkt alsof die verontreiniging soms best gevaarlijk of schadelijk kan zijn. Hoe zorgen jullie dat je veilig te werk gaat?

“Van tevoren bepalen we aan de hand van het grootschalige bodemonderzoek welke veiligheidsmaatregelen we treffen. Onze veldwerkers dragen altijd een overall, handschoenen en veiligheidsschoenen. Daarmee ben je voldoende beschermd. Gaat het om kankerverwekkende stoffen zoals asbest, dan dragen we speciale maanmannetjespakken en doen we een masker op. En in sommige gevallen doen we luchtmetingen.

Wat ook scheelt: het schoonmaken van de grond wordt door speciale machines gedaan.  De vervuilde grond gaat met een vrachtwagen naar een industriegebied. In een reinigingsinstallatie wordt de grond dan gewassen. De vervuiling wordt daarbij gescheiden van de rest en samengeperst tot een klein, compact stuk vervuild materiaal. Bij organische verontreiniging kan de grond ook worden verbrand. Dan blijft er een asachtige grond die over. En dat is weer prima materiaal voor in de wegenbouw. Dus eigenlijk is het heel circulair!”